Revolutie in het videogamerecht: uitspraak van het Hof van Justitie brengt duidelijkheid voor ontwikkelaars!
Bucerius Law School viert succes tijdens de Games Law Moot 2025: Team behaalt de tweede plaats en bespreekt auteursrecht op gaming.

Revolutie in het videogamerecht: uitspraak van het Hof van Justitie brengt duidelijkheid voor ontwikkelaars!
Op 27 mei 2025 feliciteerde Bucerius Law School haar studenten met een opmerkelijke prestatie op het gebied van videogamerecht. Ze namen met succes deel aan de Games Law Moot 2025, een internationale wedstrijd die de juridische uitdagingen van de game-industrie aanpakt. Het deelnemende team bestond uit Julian Petrat (geboren 2022), Paul Haverkamp (geboren 2020) en Antonín Dvořák, een Tsjechische uitwisselingsstudent. Deelname aan deze belangrijke strijd weerspiegelt de groeiende relevantie van het mediarecht in het juridisch onderwijs.
De briefingfase van de competitie begon in januari 2025 en trok in totaal 22 teams van over de hele wereld. Vier teams kwalificeerden zich voor de digitale mondelinge fase, die eind maart 2025 plaatsvond. Het Bucerius-team behaalde een indrukwekkende tweede plaats op het gebied van schriftelijke prestaties en was het enige studententeam dat in de mondelinge behandeling verscheen. Alle andere gekwalificeerde teams bestonden uitsluitend uit ervaren beoefenaars.
Uitnodiging voor een conferentie en casestudies
Na hun succesvolle optreden werden de teamleden van Bucerius in het najaar uitgenodigd voor een conferentie over videogamerecht in Vilnius. De zaak die in de betwisting werd besproken, betrof auteursrecht- en concurrentie-inbreuken in verband met een computerspel gemaakt door een voormalige medewerker van een game-ontwikkelstudio. Wat vooral het vermelden waard is, is dat de medewerker het basisidee en een prototype van de game meebracht en in de ontwikkelingsfase ook AI-tools gebruikte.
Het team stond onder toezicht van Jasmin Dolling (geboren 2016) en het Games Law Research Center van de Bucerius Law School. Ze kregen steun van professor dr. Linda Kuschel, Masha Stolbova en professor dr. Christian Rauda, die allemaal hebben bijgedragen aan het verdiepen van het begrip van de juridische aspecten van de videogamemarkt.
Arresten en richtlijnen in het videogamerecht
Parallel daaraan vond een belangrijke uitspraak van het Europese Hof van Justitie (HvJ) plaats over de auteursrechtelijke bescherming van computerprogramma's. Volgens een rapport van IT Media Law maakt zaak C-159/23 duidelijk dat auteursrechtelijke bescherming uitsluitend gericht is op de uitingen van een programma, en niet op tijdelijke gegevens in het geheugen. Deze beslissing heeft verstrekkende gevolgen, vooral voor de game-industrie, ontwikkelaars van cheatsoftware en modders.
De uitspraak biedt meer vrijheid bij het aanpassen en wijzigen van software en benadrukt de noodzaak van een duidelijk onderscheid tussen toegestaan gebruik en verboden wijziging. De rechtsgrondslag is gebaseerd op Richtlijn 2009/24/EG, die een kader biedt voor de bescherming van het auteursrecht. De uitspraak, die voortkwam uit een juridisch geschil tussen Sony Computer Entertainment en Datel Design and Development, bevestigt dat loutere wijzigingen in het RAM-geheugen niet automatisch een inbreuk op het auteursrecht vormen.
De juridische duidelijkheid die door dit besluit wordt gecreëerd, versterkt het vertrouwen van ontwikkelaars en gebruikers. Toekomstige aanpassingen aan software kunnen nu beter worden beoordeeld. Dit bevordert creatieve en technologische innovatie en beschermt tegelijkertijd intellectueel eigendom.
Juridische geschillen en hun gevolgen
Een andere interessante ontwikkeling op het gebied van het videogamerecht is een juridisch geschil voor de regionale rechtbank van Keulen. Hier beweerde een ontwikkelaar van een ‘inactief spel’-racespel dat haar spelconcept was gekopieerd. De rechtbank oordeelde echter dat ideeën of concepten geen auteursrechtelijke bescherming genieten, alleen specifiek creatieve ontwerpen. De zaak maakt duidelijk dat niet alleen identieke replica's, maar ook verschillende ontwerpen relevant zijn voor inbreuk op het auteursrecht, zolang de uniciteit van het origineel behouden blijft.
De beslissing van de rechtbank benadrukte dat fundamentele elementen van het spel als industriestandaard werden beschouwd en daarom niet het niveau van creativiteit bereikten dat vereist is voor auteursrechtelijke bescherming. Ook de mededingingsrechtelijke vorderingen van de aanklager werden niet gehoord, waardoor de grenzen van het auteursrecht en de mededingingsrechtelijke bescherming bij de ontwikkeling van games opnieuw onder de aandacht kwamen. De resterende aspecten van het juridische geschil tonen de noodzaak aan om creatieve individualiteit duidelijk te definiëren.
Over het geheel genomen vertegenwoordigen deze ontwikkelingen in de jurisprudentie en de prestaties van studenten tijdens de Games Law Moot 2025 zowel vooruitgang als uitdagingen op het gebied van videogamerecht. De dynamische wisselwerking tussen juridische duidelijkheid en creatieve ontwikkeling blijft daarom een centraal vraagstuk voor de toekomst van de game-industrie.
Bucerius rechtenfaculteit |
IT-mediarecht |
Advocaat voor softwarerecht