Grensoverschrijdend gezondheidsonderzoek: Oldenburg en Groningen verenigd!
Oldenburg en Groningen versterken gezondheidsonderzoek met een nieuw grensoverschrijdend instituut. Focus op grensoverschrijdend aanbod.

Grensoverschrijdend gezondheidsonderzoek: Oldenburg en Groningen verenigd!
Oldenburg en Groningen hebben een belangrijke stap gezet in grensoverschrijdend gezondheidsonderzoek. De twee steden hebben samen een nieuwe samenwerkingsovereenkomst Grensoverschrijdend Instituut voor Gezondheidszorgsystemen en Preventie (CBI) ondertekend. Dit gebeurde met als doel de gezondheidszorg in het Duits-Nederlandse grensgebied te onderzoeken en duurzame oplossingen te ontwikkelen.
Het CBI vormt een alliantie tussen de Universiteit van Oldenburg, de Rijksuniversiteit Groningen en het Universitair Medisch Centrum Groningen. De ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst, die werd ondertekend door bekende vertegenwoordigers, waaronder prof. dr. Ralph Bruder en prof. dr. Hans Gerd Nothwang, zorgt ervoor dat grensoverschrijdend gezondheidsonderzoek wordt versterkt. Deze overeenkomst geldt in eerste instantie voor vijf jaar en wordt na vier jaar geëvalueerd om te zien of deze kan worden voortgezet.
Doelstellingen van het Cross-Border Institute
Het CBI heeft zichzelf ambitieuze doelen gesteld. De onderzoeksprojecten zijn onder meer bedoeld om licht te werpen op de overeenkomsten en verschillen tussen de gezondheidszorgsystemen in Duitsland en Nederland. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan het grensoverschrijdende gebruik van gezondheidszorgdiensten in de regio.
Een van de belangrijkste taken van het CBI is het opbouwen van een nieuw grensoverschrijdend netwerk. Belanghebbenden in de gezondheidszorg moeten nauwer samenwerken om de gezondheidszorg in de regio te verbeteren. Er is al zo'n 2,3 miljoen euro aan financiering opgehaald voor het Interreg-project HEALTH4DE-NL, dat als een belangrijk onderdeel van dit initiatief wordt gezien.
Organisatiestructuur en toekomstige onderzoeksgebieden
Ook heeft het CBI een officiële organisatiestructuur gekregen, waaronder de oprichting van een “Governing Board” en een “Executive Board”. Om de wetenschappelijke basis te consolideren, zullen een wetenschappelijke adviesraad en een partneradviesraad met verschillende belanghebbenden worden opgericht.
De samenwerkingspartners hebben al toekomstige onderzoeksgebieden gedefinieerd. Deze omvatten duurzame gezondheidszorgsystemen, preventie en het gebruik van gezondheidsgegevens. Deze vakgebieden moeten in het kader van de samenwerking systematisch worden onderzocht en verder ontwikkeld.
Het belang van grensoverschrijdende vergelijkingen in de gezondheidszorg wordt ook onderstreept door de huidige internationale vergelijkende analyses. Deze bieden waardevolle inzichten in verschillende systemen en hun uitdagingen, wat ook van enorm belang is voor het CBI. Dat levert dus op lagere boek Uitgebreide gegevens over de uitgaven, het gemak voor de patiënt en de efficiëntie van gezondheidszorgsystemen in meer dan 30 EU- en OESO-lidstaten. Dergelijke vergelijkingen zijn essentieel om hervormingsvoorstellen te kunnen ontwikkelen en ons eigen gezondheidsbeleid voortdurend te kunnen verbeteren.
Over het geheel genomen vertegenwoordigt de oprichting van het CBI een waardevolle bijdrage aan de bevordering van de gezondheidszorg in de Nederlands-Duitse grensregio. Het kwam op een cruciaal moment voor het onderzoek en de praktijk in de gezondheidszorg in beide landen, die afhankelijk zijn van intensievere samenwerking en uitwisseling van expertise.