Revolutionaire therapie tegen dodelijke schimmelinfecties ontdekt!
Onderzoek aan de Universiteit van Würzburg ontwikkelt innovatieve siRNA-strategieën tegen Aspergillus fumigatus om dodelijke schimmelinfecties te bestrijden.

Revolutionaire therapie tegen dodelijke schimmelinfecties ontdekt!
Een onderzoeksteam van de Universitaire Geneeskunde van Würzburg heeft een veelbelovende nieuwe strategie ontwikkeld tegen de opportunistische schimmel *Aspergillus fumigatus*. De resultaten, die verschijnen in het tijdschrift Nanoschaal gepubliceerd laten zien hoe een combinatie van kleine RNA-moleculen (siRNA) en het antischimmelmiddel amfotericine B in nanodeeltjes intensiever kan worden gebruikt tegen deze gevreesde ziekteverwekker.
Aspergillus fumigatus wordt beschouwd als de belangrijkste oorzaak van ernstige longinfecties, die jaarlijks ongeveer 2 miljoen mensen wereldwijd treffen. De sterfte door invasieve infecties kan oplopen tot 85%, zelfs bij behandeling met conventionele antischimmelmiddelen. Een combinatie van de toenemende resistentie van schimmels tegen de huidige therapeutische benaderingen en het feit dat er al meer dan twintig jaar geen nieuwe klassen antimycotica zijn goedgekeurd, heeft de noodzaak van nieuwe therapeutische benaderingen benadrukt. Volgens schattingen van het onderzoeksteam waren er in 2022 wereldwijd 6,5 miljoen infecties, met 3,8 miljoen sterfgevallen tot gevolg.
Innovatieve benaderingen van therapie
De innovatieve methode van het team is gebaseerd op RNA-interferentie (RNAi), een mechanisme voor gerichte genuitschakeling. Voor gebruik tegen *Aspergillus fumigatus* verpakken de onderzoekers de RNA-moleculen samen met amfotericine B in anionische liposomen. Deze nanodeeltjes zijn cruciaal omdat ze helpen de dichte celwand van de schimmel te overwinnen, wat eerdere therapeutische benaderingen veel moeilijker heeft gemaakt.
De studie benadrukt dat siRNA drie sleutelgenen kan remmen die essentieel zijn voor de groei van de schimmel. Eerste tests met insectenlarven als modelorganisme tonen een significante vermindering van de schimmelgroei en de effectiviteit van het siRNA tegen *Aspergillus fumigatus* aan.
Een centrale bevinding van de publicatie is dat het gelijktijdig laden van siRNA en het antischimmelmiddel in anionische liposomen de efficiëntie van de behandeling aanzienlijk verbetert. Uit experimenten is gebleken dat siRNA dat zich specifiek richt op de hapB-, hapX- en sreA-genen veelbelovende antischimmeleffecten vertoonde. Behandeling met gecombineerd siRNA leidde tot een aanzienlijke vertraging van de groei van de schimmel over een periode van tien dagen.
Uitdagingen en vooruitzichten
Ondanks deze vooruitgang worden onderzoekers geconfronteerd met de taak om de afgiftemechanismen voor het siRNA verder te optimaliseren. Eerdere pogingen met kationische liposomen en andere toedieningssystemen zijn niet succesvol geweest. Het huidige werk is gericht op het vergroten van de effectiviteit en het opnemen van aanvullende moleculaire doelwitten in de behandelaanpak.
De resultaten benadrukken interdisciplinaire samenwerking en vooruitgang in de nanogeneeskunde. De studie werd ondersteund door de Duitse Onderzoeksstichting (DFG), die de noodzaak benadrukt van innovatieve therapeutische benaderingen om schimmelinfecties te bestrijden.
De hier gepresenteerde bevindingen zouden het potentieel kunnen hebben om de bestaande behandelingsopties voor een van de gevaarlijkste schimmelinfecties van vandaag fundamenteel te veranderen en zo nieuwe hoop te bieden aan getroffen patiënten.
De gedetailleerde onderzoeksresultaten en hun betekenis worden gepresenteerd in het werk van Yu et al. verder in de diepte, die op 24 maart 2025 en onder de DOI werd gepubliceerd 10.1039/d4nr03225j is toegankelijk.