Universiteit Oldenburg: Vrouwelijke macht als rolmodel voor de wetenschap!
De Universiteit van Oldenburg wordt geëerd voor haar gendergelijkheidsconcept in het lectoraatsprogramma ter bevordering van het aandeel vrouwen in de wetenschap.

Universiteit Oldenburg: Vrouwelijke macht als rolmodel voor de wetenschap!
Op 8 maart 2025 maakte de Universiteit van Oldenburg bekend dat zij was toegelaten tot het landelijke professorenprogramma. Dit gebeurt als onderdeel van een federaal en staatsinitiatief dat tot doel heeft de gelijkheid tussen vrouwen en mannen op universiteiten te bevorderen. Het programma levert de universiteit een aanzienlijke financiële inzet op van maximaal 2,5 miljoen euro om de komende jaren nieuwe vrouwelijke hoogleraren te benoemen en structurele barrières in de wetenschap te slechten. Dit bericht is verzonden door de Universiteit van Oldenburg aangekondigd en markeert een volgende stap in het steeds noodzakelijker wordende gelijkheidswerk op Duitse universiteiten.
Bijzondere aandacht wordt besteed aan het aandeel vrouwen aan de Universiteit van Oldenburg. Voor vrouwelijke hoogleraren is dit momenteel 32,4%, wat 3,4 procentpunt boven het landelijk gemiddelde ligt. Dit is een voorbeeld van de successen van de gelijkheidsstrategie van de universiteit, zoals vicevoorzitter prof. dr. Katharina Al-Shamery benadrukt. Onder de nieuw benoemde hoogleraren bedraagt het aandeel vrouwelijke hoogleraren bijna 50%. Over het geheel genomen is ongeveer 57% van de studenten vrouw, wat een positief evenwicht onder het academisch personeel weerspiegelt.
De invloed van het programma voor vrouwelijke hoogleraren
Het programma voor vrouwelijke hoogleraren werd in 2008 gelanceerd en heeft tot nu toe ruim 850 hoogleraarschappen ondersteund. Het heeft tot doel het aandeel vrouwen in wetenschappelijke topposities te vergroten en de zogenaamde ‘lekkende pijplijn’ tegen te gaan. Dit beschrijft de daling van het aandeel vrouwen in academische carrières: van 46% vrouwelijke promovendi naar slechts 28% vrouwelijke hoogleraren, wat significant is voor de BMBF vertegenwoordigt een centraal thema. Het programma gaat verder in de vierde fase (PP 2030), waarin een totaalvolume van 320 miljoen euro beschikbaar komt.
Bijzonder opmerkelijk zijn de positieve effecten van het programma op de carrières van vrouwelijke wetenschappers. Prof. Dr. Caterina Cocchi, natuurkundige aan de universiteit, doet verslag van de directe voordelen die haar onderzoek door dit initiatief heeft opgeleverd. Met de verstrekte middelen konden verschillende projecten worden gerealiseerd, waaronder het Helene Lange-mentorprogramma voor vrouwelijke wetenschappers en de oprichting van een gezinsvriendelijke leerruimte.
Geplande projecten en toekomstige ontwikkelingen
De middelen uit het programma maken niet alleen de verdere uitvoering van bestaande projecten mogelijk, maar ook het initiëren van nieuwe maatregelen. Deze omvatten een proefcursus van een week in computerwetenschappen voor leerlingen van groep acht, loopbaanadvies voor vrouwelijke wetenschappers en een campagne tegen seksuele discriminatie en geweld. Deze aanvullende aanbiedingen zijn bedoeld om vrouwen in de wetenschap verder te ondersteunen en te versterken.
Uit het gendergelijkheidsevenwicht blijkt dat, ondanks de positieve ontwikkelingen, het aandeel vrouwen afneemt naarmate de salarissen stijgen, vooral voor levenslange hoogleraarsfuncties. Om dit tegen te gaan, zijn universiteiten verplicht uniforme gelijkheidsconcepten in te dienen. Daarnaast namen 92 universiteiten met succes deel aan de eerste selectieronde voor het PP 2030, en werden 22 universiteiten vooral erkend vanwege hun verfijnde gelijkheidsconcepten.
Het belang van alomvattende gelijkheid op universiteiten mag niet worden onderschat. Hoewel het aandeel vrouwen onder de Nobelprijswinnaars historisch gezien slechts 6,7% bedraagt, zijn initiatieven zoals het Professorenprogramma van cruciaal belang voor het vergroten van de zichtbaarheid en integratie van vrouwen in de wetenschap. Naast structurele veranderingen is dit ook van groot belang voor de internationale concurrentiekracht en de kwaliteit van onderzoek.
Het federale ministerie van Onderwijs en Onderzoek (BMBF) en initiatieven om diversiteit op universiteiten te bevorderen, zoals de campagne ‘Diversiteit aan Duitse universiteiten’, spelen een centrale rol. Deze maatregelen zijn noodzakelijk om een rechtvaardiger en diverser hoger onderwijslandschap te creëren.